’s Ochtends zie je mensen krabben, en op het werk hoor je je collega’s bij de koffie-automaat klagen dát ze moesten krabben. Die klaagzang, of die krabbende buurman of buurvrouw kun je mooi aangrijpen voor een pleidooi voor fietsen. Ook in de winter. En als er smoesjes zijn over gladheid, dan kun je met onderstaande tips alles pareren. En je hebt er zelf ook nog iets aan deze winter.
- Goed opletten. De allereerste vereiste bij fietsen op glad wegdek is natuurlijk waakzaamheid. Gladde plekken zijn vaak zichtbaar, of voorspelbaar: bochten, natte bladeren, design-tegels, glimmende kinderkopjes, rotondes, metalen richels op het wegdek. Dus kijk goed uit, en vermijd deze plekken zo mogelijk
- Pas je snelheid aan. Als je rechtdoor gaat, werkt het vaak averechts als je heel langzaam fietst bij gladheid. Je zult dan eerder je evenwicht kwijt raken. Ga je echter een bocht om, of moet je slingeren tussen fietspaaltjes door, schroef dan je snelheid fors terug. Bochten en voor strooiauto’s onbereikbare plekken zijn logische gladde stukken.
- Kijk eens goed naar je banden: Brede banden, winterbanden, of banden die net niet helemaal hard zijn opgepompt hebben meer grip op glad wegdek. Laat desnoods je banden wat leeglopen. Fiets je iedere dag naar je werk, denk dan eens serieus na over winterbanden, die ook voor fietsers steeds beter en normaler worden.
- Kijk waar je fietst. Langs de rand van de weg kunnen bladeren en sneeuw zich makkelijk ophopen. Stoepranden of andere obstakels worden daardoor onzichtbaar. Een beetje van de kant af fietsen is veiliger.
- Vertrek op tijd. Fietsen over gladde wegen kan wat extra tijd kosten. Een glijpartij kost zeker extra tijd, ook als je niet zelf glijdt, maar je voorganger. Even stoppen om te helpen, en kijken of er hulp nodig is, is een morele verplichting.
- Fiets over gestrooide wegen en fietspaden. Op de website van de gemeente hoort te staan welke doorgaande fietsroutes gestrooid worden en welke niet. Zo waarschuwt mijn gemeente me om bij gladheid niet door het bos te fietsen omdat daar niet gestrooid mag worden.
- Gebruik de mogelijkheden van de fiets. Denk eens aan je zadel. Als je minder snel fietst, hoef je ook minder sportief op je stalen ros te zitten. Door het zadel iets lager te zetten, kun je beter met beide benen bij de grond. En die boodschappen aan het stuur, is echt gevaarlijk. Een onverwachte zwieper door die zware tas kun je in normale omstandigheden nog wel corrigeren, maar bij gladheid niet. Doe boodschappen in een goede fietstas, gebruik een karretje, of ga twee keer naar de winkel.
- Let op je medeweggebruikers. Ook auto’s hebben een langere remweg (en helaas niet altijd een lagere snelheid), en voetgangers zijn minder snel opzij gesprongen dan normaal.
- Let op je fietstechniek. Porbeer ondanks de gladheid toch ontspannen te fietsen. Kijk vooruit. Probeer zo min mogelijk te remmen, maar laat de fiets uitrollen. Houdt afstand. Laat je mobieltje voor deze ene keer in je zak zitten, en hou beide handen aan het stuur.
- Kleed je goed aan. Dit is lekker warm, en tegelijkertijd verminderd een dikke jas de kans op pijn na valpartijen. Enne, denk ook eens aan die helm die je ooit gekocht hebt maar nooit gebruikt.