Welke fietser kent ze niet: auto’s die op relatief smalle wegen véél te hard langs fietsers gereden wordt. En vaak ook nog vlak er langs, want het zijn immers smalle wegen. Fietsstroken zijn meestal niet de eerste keus voor wegbeheerders, noch voor fietsers. Soms bieden ze toch uitkomst, bijvoorbeeld als er geen ruimte is voor een vrijliggend fietspad. Op de bewuste smalle wegen dus. Uit Duits onderzoek blijkt nu dat fietsstroken ervoor zorgen dat de automobilist meer afstand houdt bij het inhalen, én minder hard rijdt.
Uit het onderzoek blijkt verder dat tweezijdige fietsstroken (dus in beide richtingen) veel meer effect teweeg brengt dan een fietsstrook aan één kant van de weg. Belangrijkste resultaat is dat er minder conflicten werden waargenomen. Verder nam de snelheid van het autoverkeer af. En hoe -optisch- smaller de rijloper (het autogedeelte), hoe groter de afname van de snelheid.
Uit videowaarnemingen bleek verder dat de afstand tussen automobilist en fietser bij het inhalen licht toenam, evenals de afstand van de fietser tot de trottoirband. Hoe breder de fietsstroken werden gemaakt, hoe groter die effecten.
De fietsstrook blijkt dus, ondanks dat die niet zorgt voor een daadwerkelijke scheiding van auto- en fietsverkeer, toch bij te kunnen dragen aan de verkeersveiligheid. Dus wat mij betreft: maak er de standaard van in buitengebieden waar geen vrijliggende fietspaden mogelijk zijn.