Verbetering van de infrastructuur en het sneeuw- en ijsvrij houden van de fietsroute zijn belangrijk om mensen te stimuleren meer of vaker de fiets te nemen. Ook gezondheid, de elektrische fiets en financiële vergoedingen door de werkgever spelen een rol. Aan fietspromotie wordt door werkgevers nauwelijks gedaan, maar ook fietsregelingen, waaronder de kilometervergoeding, zijn relatief onbekend en worden dus weinig benut. Dat zijn de belangrijkste conclusies uit een enquête onder meer dan 2800 fietsers, die is afgenomen door de Fietsersbond.
Kenmerken woon-werkfietsers en fietsgebruik
Een grote meerderheid van de woon-werkfietsers altijd of meestal naar het werk. Daarnaast is er een kleinere groep respondenten die soms naar het werk zegt te fietsen. Uit het onderzoek komen handvaten om deze laatste groep meer te laten fietsen.
De meeste respondenten zijn relatief hoog opgeleid, werken veel op dezelfde locatie en zijn relatief oud. Eén op de zes fietst maximaal 10 kilometer naar het werk, een kwart tussen de 11 en 15 kilometer en ongeveer 15 procent meer dan 15 kilometer. Daarbij zit men in de meeste gevallen tussen één en drie kwartier op de fiets.
De frequentie van het fietsgebruik naar het werk heeft een duidelijke relatie met afstand, leeftijd, reisafstand, wel/geen vaste werklocatie en weersomstandigheden. Maar ook zaken als de mogelijke vervolgreis, snelheid en sociale aspecten spelen een rol.
De reeds bestaande snelfietsroute Breda – Etten-Leur scoort op alle aspecten beter dan de snelfietsroutes die nog grotendeels moeten worden aangelegd. De fietsers oordelen het meest positief over de directheid van de snelfietsroutes. Het minst tevreden is men over het sneeuwvrij houden van de route, vertraging door verkeerslichten, verlichting en de sociale veiligheid. Ook ondervinden woon-werkfietsers regelmatig overlast van bromfietsen/scooters en soms van groepen scholieren. Opvallend is dat de respondenten die weinig fietsen een negatievere reistijdbeleving hebben dan de respondenten die altijd of meestal fietsen.
Ten opzichte van het openbaar vervoer geeft 60 procent aan dat de snelfietsroute sneller is. Ten opzichte van de auto is dat percentage 30 procent.
Het hele onderzoek is te downloaden op de site van de Fietsersbond.