Van alle fietsslachtoffers die in de periode van juli 2011 tot en met juni 2012 op de Spoed Eisende Hulp belandden, reed 13 procent op een elektrische fiets. Van alle Nederlanders was toen 7 procent in het bezit van een elektrische fiets. Twee keer zo veel kans dus voor een elektrische-fietser om op de Spoedeisende Hulp te belanden dan voor een gewone fietser.
Het Fietsberaad enqueteerde slachtoffers van fietsongevallen die op de SEH terecht kwamen. Het merendeel van de elektrische fietsers die behandeld werden bij een SEH was 60+. Elektrische fietsers gaven bij de interviews aan dat het ongeluk ontstond doordat zijn hun evenwicht verliezen bij het op en af stappen. Van de elektrische fietsers geeft verder 17 procent aan dat het rijden op een elektrische fiets een rol heeft gespeeld in het ongeval.
Omdat de samenstelling van de Elektrische Fiets-rijders anders is dan de doorsnee fietser, is op basis van dit onderzoek niet veel te zeggen over de veiligheid van de fiets. Daarvoor zouden de resultaten van een soortgelijke groep fietsers (merendeels 60+, merendeel vrouwelijk, en eigenlijk ook gelijkwaardig wat betreft de gezondheidstoestand) naast deze resultaten moeten worden gelegd. Daarnaast is uit onderzoek gebleken dat op een elektrische fiets meer kilometers worden afgelegd dan op een normale fiets. En meer kilometers zorgen uiteraard ook voor meer gevaarlijke situaties.